Kasteellaan

De Kasteellaan

De Kasteellaan in zijn huidige vorm is  aangelegd met betonplaten. De weg verbindt de gehuchten Wilderen en Duras dwars over de uitgestrekte akkers van de Galgenberg en biedt open zichten op de omgeving en de kerktorens van Gorsem en Duras.

 De Galgenberg is het hoogste punt van Duras, 50 m boven de zeespiegel en de plaats waar vroeger de galg stond, want het graafschap Duras had een eigen rechtspraak. 

De rechte laan vervangt een ouder tracé de Kerselere straet van Duras naer Wilderen langs een kruispunt van veldwegen gemarkeerd door de " Bellekens Boom " kapel .  

Aan de rand van de weg staat een solitaire treurwilg. Langs de tweede helft van de weg, richting Duras, werd langs weerszijden een rij populieren aangeplant. Het vervolg van de rij werd recent aangeplant met afwisselend rode en gewone beuk en sporadisch een zomereik. De weg komt uit bij een driehoekig pleintje aan de Duraslaan met zicht op de dreef van het 304370

Deze rechte 'laan' vervangt een ouder en minder strak tracé dat Duras en Wilderen met elkaar verbond, dwars over de uitgestrekte dorpsakkers en langs een kruispunt van veldwegen gemarkeerd door de 'Belkens Boom' Kapel. Deze weg liep parallel met de hoofdbaan en vormde de verbinding met Halmaal in het zuiden. Dit oude tracé wordt reeds afgebeeld in de kaartenatlas van de Abdij van Park op een tiendenkaart uit 1654. In de kaartenatles van de abdij van Sint-Truiden uit 1697 wordt de weg aangeduid als 'De Kerselere straet van Duras naer Wilderen'. Ook in de kaartenatlas van de Abdij van Herkenrode uit 1669-1685 wordt deze weg weergegeven. Hier passeert de 'Keesseleiren Straete 'langs de 'Keesseleiren Linde' die het kruispunt met een 'voetpat' markeert. De weg vervolgt als 'de straete' van Almaal naar Duras. In 1852 verwierf de gravin van Duras de zate van de bochtige Kerselarestraat om in te lijven bij de aangrenzende akkers. In ruil stond ze een kaarsrechte strook af waar aanvankelijk een kiezelweg werd aangelegd met grachten en bomen aan weerszijden. Op de 19de-eeuwse kaarten wordt de nieuwe weg reeds afgebeeld. Deze nieuwe dreef, de Kasteellaan, was voor de kasteelbezoekers ook de kortst mogelijke verbinding met het station aan de Tiensesteenweg in Sint-Truiden.

Ter hoogte van de Galgenberg ligt ook de ijskelder van het kasteel ongeveer 1 km van het kasteel verwijderd en dit wegens gevaar voor overstroming. Want het kasteel ligt in de vallei van de Molenbeek. Het was een losstaande kelder. We zien nog de heuvel , beplant met bomen en de ingang aan de noordzijde. De kelder heeft een vrij grote diepte , ongeveer 5 meter , en is tonvormig. In de winter werden uit de bevroren vijver ijsblokken gesneden en op houten vlonders in de kelder geplaatst. Zo kon men tot in de zomer van ijs genieten.

Dat ijskelders tot de verbeelding spreken vind men terug in het boek van Herman Grouwels ,° Sint- Truiden, " Het meisje in de ijskelder " dat zich in Duras afspeelt.

In de nabijheid van de Galgenberg vinden we de schuttersweide van de Sint Sebastiaansgilde Duras met de staande en liggende wip .

De schutsboom of staande wip valt op in het landschap en heeft een hoogte van 20 tot 30 meter. Op de paal worden er vogels/gaaien geplaatst om af te schieten. Gaaischieten was een oud Germaans gebruik rond de zonnewende. Ieder om beurt tracht de hoofdvogel af te schieten. Het koningsschieten heeft elk jaar plaats op 15 augustus. Oorspronkelijk was dit enkel een mannenaangelegenheid, maar nu zitten zelfs vrouwen in het bestuur.

De Sint Sebastiaansgilde Duras maakt deel uit van de Hoge Gilderaad van Brabant.

Schuttersgilden zijn ontstaan in de Middeleeuwen na de kruistochten eind 13de eeuw.

\\\\\\\\\

Er waren toen rondtrekkende roversbenden en vijandige legers. Eerst werden de schutters ingezet voor de bescherming van steden, maar al snel kwamen ze ook op het platteland voor . Gaandeweg verloren de schuttersgilden hun militaire functie en werden ze een vrijetijdsvereniging. In de Franse tijd werden velen opgeheven, vooral in de steden, en gingen hun bezittingen verloren.   


Bron     : -
Auteurs :  Verdurmen, Inge
Datum  : 2016

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Kasteellaan [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/304370 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Hakselaar uit het vml. Hoevemuseum Sint-Truiden

Hakselmachine of toestel met een manueel aandrijfmechanisme voor het snijden van stro, gras of maïsgroen. Het grote vliegwiel bezorgde voldoende momentum om de spierkracht maximaal te kunnen  gebruiken. 

Het te versnijden gewas werd in de aanvoergoot gelegd en kwam tussen twee getande rollen terecht. Hierdoor werd het naar het mes toe gedreven. Dat mes werd aangedreven door het grote vliegwiel in gietijzer met hengsel.

Uit de landbouwcollectie voormalige Hoevemuseum Sint-Truiden, met ST/86.238 als oud inventarisnummer.


Het toestel is vervaardigd of geleverd door Sneyers-Lafosse en had Jozef Tilkens als vorige eigenaar, die het aan het Stedelijk Hoevemuseum schonk. 

Sneyers, (Jan Trudo) August was een gekend nijveraar in het stadscentrum. Sint-Truiden 03.08.1866 – Sint-Truiden 12.12.1923, x Justine Lafosse. Opvolger Lafosse-Charlier. Metaalwaren Engels, Frans, Duits en inlands, kachels, lantarens, bietwortelsnijders, fornuizen, huishoudartikels, ijzeren bedden, tuinmeubelen, gereedschappen, glas, porcelein, kristal. Weeldeartikels. IJzer, staal, balken. Depot van zink van Nouvelle Montagne. Hoogbrugstraat +-1928. Weduwe A. Sneyers-Lafosse +-1929. Weduwe A. Sneyers-Lafosse Hoogbrugstraat (ijzerwaren, huishoud), Grote Markt ('weelde'), Beekstraat (staal, zink) +-1933. Afdeling aardewerk op Grote Markt. In  1912: overname handel in koorden en zakken van koordendraaier Louis Lafosse Hoogbrugstraat door ijzerhandel August Sneyers-Lafosse. De firma leverde ook landbouwmachines. 


Inventaris CAG, Leuven - Hoevemuseum Sint-Truiden