Medaille van een jaarmarkt voor het fokken van vee, landbouwwerktuigen en landbouwgewassen. Verzameling Jo Van Mechelen, familie Govaerts, Sint-Truiden.
Voorzijde: Een vrouw met strohoed zit op een ploeg middenin landbouwproducten: granen, bieten, rapen en landbouwalaam: schop, zeis, hark, ploeg en bijenkorf. Onder haar voeten staat een gevleugelde helm (verwijst naar Mercurius) en gevleugelde staf met slangen. Links is een tak afgebeeld met onderaan de naam van de graveur en maker van de medaille ‘Fisch & Co’.
Achterzijde: een middencirkel in een banderol met de tekst ‘St TROND 6 - 7 Bre’ en tussen twee bloemen ‘1903’. Onderaan is de bandenrol afgewerkt met een leeuwenkopje. Rondom staat een boer afgebeeld met dorsvlegel en ploeg en een kip, schaap, varken, os, paard en een bijenkorf. Onderaan het tafereel staan twee takken afgebeeld die elkaar kruisen. Rechts onderaan staat de naam van de ontwerper ‘A.Fisch’.
Er waren prijskampen voor fokvee en slachtvee (zogenaamd vet vee), ingedeeld per diersoort en na verloop van tijd ook per ras. In de jury van het fokvee zetelden veelal consulenten van de overheid en landbouworganisaties. De laureaten kregen een prijs in natura of een geldsom. Hoe groter de veemarkt of prijskamp, des te belangrijker de prijs. Het belang van geldprijzen nam omstreeks 1900 sterk toe. Winst leverde ook erkenning van collega's op en deed de waarde van de dieren toenemen. De medaille en het diploma werden in de familie als een relikwie gekoesterd.
In de oudheid werden in oorlog of jacht veroverde trofeeën aan een stok opgehangen. Dit motief ging een eigen leven leiden als allegorische decoratie. Kalksnijders modelleerden in het nog vochtige stucwerk voorwerpen tussen bloemenslingers aan linten opgehangen.
In het stadhuis op de Grote Markt op het 'schoon verdiep' zijn in de hoge vestibule de vier kunsten en twee speciale thema's uitgewerkt, de zeevaart en het landleven. Die laatste werken dateren waarschijnlijk uit de Hollandse periode (1815-1830) onder burgemeester J.A.N. Van den Berck. Scheepvaart en de Nederlandse vertaling van Vergilius wijzen daarop.