Het stadsarchief van Sint-Truiden is het collectieve geheugen van tientallen generaties Truienaren. Dat archief wordt continu aangevuld en ontsloten. Een boeiende selectie ervan staat jaarlijks in een ander kerkdorp tentoon op ‘Hallo Micro!’. Dit keer zijn Melveren en Metsteren aan de beurt.
Omdat beelden veelzeggender zijn dan woorden, is er sinds 2008 ook het project ‘Hallo Micro!’. Via interviews met Truienaren wordt de recente geschiedenis van de stad waarheidsgetrouw gereconstrueerd en gestockeerd. Dit materiaal is een perfecte aanvulling op de bestaande collecties en werpt een unieke blik op het dagelijkse leven in de eerste helft van de vorige eeuw.
Tijdens ‘Hallo Micro!’ brengt het stadsarchief jaarlijks ook het verleden van telkens een ander dorp in beeld. Nu is het de beurt aan Melveren en Metsteren.
Ons rijke archief vormt als het ware het geheugen van onze stad en haar inwoners. ‘Hallo Micro!’ is een fantastisch project, waarbij we dankzij de inzet van een enthousiaste ploeg vrijwilligers een gedeelte ervan zorgvuldig documenteren. Daarnaast stellen we het op een originele manier tentoon, zodat onze inwoners ook kunnen kennismaken met het soms vergeten verleden van Sint-Truiden.
Hieronder vindt u de geluidsfragmenten van de interviews met enkele foto's
...
Te Engelmanshoven heeft mijn mam de pijp gezien waar de alvermannekens uitkwamen. Die hadden in de grond kasten en tafels van aarde. En als ge moest wassen of bakken, dan moest ge maar een goeie koek gereed leggen en zeggen:
'Ik wou dat de alvermannekens kwamen bakken',
dan kwamen ze uw werk doen. '
Ik heb eens horen vertellen van een vrouw die zonder 'maagd' zat en die wenste dat de alvermannekens kwamen.
'Ik zal een teil rijstpap voor hen maken' zei ze.
Maar toen kwamen ze daar altijd en ze waren daar zo thuis dat ze in de keuken kwamen. En toen daar een nieuwe 'maagd' was, vielen ze die altijd lastig en die was kwaad. Toen zei de vrouw dat tegen een overste van de alvermannekens.
'Weet ge wat ge doet, zei die, het is een 'mottig' middel, als ze nog eens komen, dan geeft ge haar een snee brood en dan moet ze gaan zitten en kuimen of ze moet pissen en kakken.'
Met acht man kwamen ze binnen en toen deed die dat en toen ze dat zagen, riepen ze allemaal gelijk:
'Haaaa, foei, eten, bijten, schijten, zijken gelijk, haaaa, foei!'
en toen liepen ze weg, terwijl ze hun neus toehielden en ze zijn niet meer teruggekomen.
Opgetekend door F. Beckers in 1948