Koningin Astridstraat

Koningin Astridstraat

Nadat het station in 1876 van de kruising met de Tiensesteenweg naar de huidige locatie verhuisd was, met de aanleg van de Stationsstraat tot gevolg, werd in 1907 een Provinciale tentoonstelling georganiseerd op de terreinen tussen het station en het stadspark. Na afloop van deze tentoonstelling werd het gebied stelselmatig ontwikkeld als nieuwe woonzone, waarvoor nieuwe straten werden aangelegd. Oorspronkelijk heette deze straat Tentoonstellingsstraat, of Expositiestraat, maar door de vele erkers aan de nieuw gebouwde huizen werd ze in de volksmondGalderoubestroot" genoemd. Samen met de Prins Albertlaan (oorspronkelijk Prins Albrechtlaan) en Leopold II laan kreeg de Koningin Astridlaan een straatnaam verwijzend naar het Belgische koningshuis.



       Koningin Astrid




            Koningin Astridstraat
ONTDEKKING VAN DE DAG

De trap des aanstoots

De Luikse architect Etienne Fayn slaagde erin om een mooi stadhuis in Luikse classicisme te ontwerpen rond de oude halle en de belforttoren. De stadsmagistraat betrok zijn nieuwe symmetrische bouw in juli 1759 onder begeleiding van drie kanonsalvo's. De interieurafwerking, vooral door de modieuze Luikse vakmensen, moest toen nog beginnen.
Maar... die saaie horizontale kroonlijst wou de stad als bouwheer toch verbeteren. Kijkend naar Brabant en Antwerpen liet ze in 1766 zwierige frontons met klokgevel, curven en tegencurven plaatsen aan de hoofdgevel. Pater minderbroeder Johannes Bolgrez bracht een plan mee uit Antwerpen. Ook kwam er een dubbele puitrap naar de verdieping, om de begane grond te kunnen verhuren. Enkele jaren later verdween deze blijkbaar té bombastische ingreep terug. 

Eigentijds kroniekschrijver Debruyn is genadeloos voor zoveel pretentie en tekent - met veel lekenfantasie - dit on-Luikse gedrocht. Hij schrijft ook hoe men half juni 1766 bouwt aan "eene nieuwe blauw steene balcon, ende het frontispicium wierd verciert met nieuwe crollen, oock met eenen nieuwen noijt in dese landen geinventeerde blauw steenen trap dienende tot spot der borgers ende vreemdelingen hier passerende om het onnodigh ende verquist geldt". 

Van deze verbeteringsoperatie getuigt nog een jaartalsteen met stadswapen boven het balkon. 






Lees: Christine VANTHILLO, Het stadhuis van Sint-Truiden, van binnen uit bekeken, in Sint-Truiden in de 18de eeuw, tentoonstellingscataloog, Sint-Truiden: Sint-Truiden 1300 vzw., 1993, p. 109-117; Fernand DUCHATEAU, Het boek van Debruyn. Een kroniek van de achttiende eeuw in Sint-Truiden, in idem, p. 168 en 209-267 en Sint-Truiden 1693-1793, in idem, p. 7-26; Het stadhuis van Sint-Truiden. Hart van de democratie, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2018, p. 131-133.