13de eeuw
Minderbroeder, waarschijnlijk te Sint-Truiden of te Tienen. Dichter. Schreef ca. 1280-1290 voor zijn zus in de priorij en later benedictinessenklooster Nonnemielen het berijmd levensverhaal van de heilige Christina en naar alle waarschijnlijkheid ook dit van Lutgardis in Nederlandse verzen. Het zijn omwerkingen van dezelfde Vitae geschreven door Thomas van Cantimpré.
Ontdekt door professor Bormans bij huisschilder Aerts 1840, die de perkamenten uit Colen meebracht, waar ze vanuit Nonnemielen verzeilden. Het leven van Lutgardis wordt soms toegeschreven aan Willem van Affligem. Broeder Geeraert werd verkeerdelijk gesitueerd in de 14de eeuw en zou ca. 1364 voor zijn zus cellaria Maria Van Hoye dit verhaal hebben geschreven, maar dit werd gecorrigeerd door M. Gysseling.
Sinte kerstinen leven; Dat leven sinte luthgards.
Zepperen 15.07.1814 - Sint-Joost-ten-Node 08.01.1890
Jeanne BampsBurgemeesters- en stokerszoon. Jongere broer van de Hasseltse advocaat en boekenverzamelaar Antoine Louis. Medische studie universiteit Luik. Geneesheer te Hasselt. Huwde in Hasselt in 1846 met de dochter van de gekende geneesheer-auteur Antoine Bamps. Stichtte met latere minister Thonissen het ‘Journal du Limbourg belge’ 1840. Naar Brussel 1841. Redacteur van Limburgse en Brusselse kranten. Secretaris Hoge Landbouwraad en lid van geneeskundige en statistische commissies. Leidend ministerieambtenaar. Voorbereiding wetgeving ontginning woeste gronden en irrigatie. Rapport algemene landbouwtelling 1846. Medewerker eerste grote landbouwtentoonstelling en oprichting landbouwcomicen 1848. Afdelingshoofd sectie Landbouw, Ministerie Binnenlandse Zaken 1846. Medewerker minister Vandenpeereboom bij rundpestbestrijding 1865. Secretaris-generaal Ministerie Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken 1884-1888. IJverde voor uitbreiding Natuurhistorisch museum en de inspectie van kunstonderwijs. Publiceerde en vertaalde over landbouwstatistiek en geneeskunde. Voorzitter Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België 1880-1882. Inzender parabeltekst in mysterieus Teutenbargoens aan Jan Frans Willems 1838. Zelf grootvader van psycholoog Albert Michotte van den Berck KUL.