Eén van de mooiste zalen in het land. De academiezaal van het Klein-Seminarie onderlijnt de betekenis van deze instelling als het intellectueel centrum van Limburg vanaf 1843 tot na de Tweede Wereldoorlog. Daarbij was vooral na de lessen aandacht voor Nederlandse letterkunde.
De Gentse stadsarchitect Louis Roelandt was door de test
aangezocht om hun hospitaal voor geesteszieke vrouwen te bouwen. Hij ontwierp ook samen met zijn leerling Isidore Gerard de neogotische toren van de hoofdkerk.
Door de scheiding van de beide Limburgen in 1839 moest het Klein-Seminarie van het bisdom Luik verhuizen van Rolduc, nu Nederlands gebied, naar de vroegere abdijsite in Sint-Truiden. Bisschop Van Bommel besefte het belang van dit opleidingscentrum. Bij het enorme complex in de binnenstad was ook een a salle de rhétorique voorzien voor de seminaristen. Het werd tussen 1845 en 1852 een achthoekige centraalbouw met korinthische gegleufde zuilen onder een bijzonder rijkelijk uitgewerkte stucwerkzoldering
. De amfitheatervorm zorgt voor een intimistische verbondenheid van publiek met acteurs op de parterre en een goede akoestiek.
In 1845 was in de zaal het taalgenootschap Utile Dulci actief dat het Nederlands beoefende. Ook een Franstalige tegenhanger, de Société de littérature française, kortweg de Academie, was er bedrijvig. De Vlaamse ontvoogdingsstrijd zorgde af en toe voor wrijvingen, maar uiteindelijk liep toch iedereen in de pas.
Bij de start van de restauratie in 1986 door Herman Vanmeer in opdracht van erfpachthouder stad Sint-Truiden werd vooral de stabiliteit van de zaal hersteld en teruggegrepen naar de oorspronkelijke uitvoering van de "gradins" en de toneelscène. Voor het zitcomfort werd één rij verwijderd, wat het aantal zitplaatsen op 290 vastlegt, eventueel uitbreidbaar. De moderne lichtarmaturen zijn een ontwerp van Herman Blondeel. Een moderne foyer met technische ruimten werd aan de kant van het kerkveld toegevoegd.
Momenteel gebeuren in de akoestisch geschikte Academiezaal regelmatig muziekopnames en is een klassiek programma van internationaal niveau kamermuziek, kamerorkest en muziektheater uitgewerkt in het kader van de werking van cultuurcentrum de Bogaard.
Sint-Truiden Schabroek 26.02.1794 – Heusden 21.08.1874 , x Aline du Parc
Zoon van ridder Jacques en Antoinette de Wezeren. Gedoopt in Guvelingen Sint-Truiden. Middelbare studies Sint-Truiden. Rechten 1816 Luik. Graaf 1840. Schabroek was familiedomein van zijn moeder de Wezeren de Schabrouck, en huisvestte vanaf 1947 de tuinbouwschool OLV. Eigenaar kasteel Meylandt in Heusden 1843. Stadshotel in Guimardstraat Brussel. Broer van priester-Jezuiet en missionaris Théodore de Theux. Bevriend met de familie de Merode en verwant Charles Vilain XIIII. IJveraar voor het unionisme. Lid Nationaal congres 1830. Volksvertegenwoordiger en minister van staat 1831. Minister van binnenlandse zaken 1831, besluiten spoorweg Antwerpen-Tongeren-Wezet (Visé), Koninklijke Bibliotheek. Gematigd partijleider katholieken, regeringsformateur en minister1834-1840. Postwet en wet hoger onderwijs 1835, gemeente- en provinciewetten 1836, jurywet en legerkaderswetten 1838. Splitsing Limburg en Luxemburg 1839. Leider unionistisch-katholieke regering 1846-1847. Formateur van gematigde regering en minister zonder portefeuille van 1871 tot overlijden. Vertrouwensman van Leopold I. Vader van Louise, verdienstelijk tekenaar.
Wapenschild: Gedeeld, 1 in rood een aan weerszijden gekanteeld zilveren kruis. 2 in zilver drie groene rechterschuinbalken, elk beladen met een gaande gouden leeuw. Schilddragers: twee gouden leeuwen met vlagje. Spreuk Sans tache en sans reproche. Alliantiewapen op paneelschildering zoldering Sint-Martenkerk, Jules Helbig 1860.
Familiegraf Heusden. Borstbeeld senaat. Staatsieportret door Louis Gallait. Standbeeld de Meeussquare door Edmond de Valeriola Brussel 1932. Straatnamen in Etterbeek, Elsene en Heusden-Zolder.