Dliedeken van den grooten man van Sintruyden, dy te Hasselt ghesonden was om hun processie te vercieren.
Wy wilt hooren een nieu liedt,
Compt te Hasselt, grooten man,
Dat vanden grooten man es gheschiet,
Compt te Hasselt, groote, groote,
Compt te Hasselt, groote man.
Het viel op Sinte Matheus dach,
Compt te Hasselt, grooten man,
Datmenten onderweghen sag
Compt te Hasselt, groote, groote,
Compt te Hasselt, groote man.
Die kinderen waren heel confuys,
Compt te Hasselt, grooten man,
Sy liepen met grooten hoopen thuys,
Compt te Hasselt, groote, groote,
Compt te Hasselt, groote man.
Doen hy te Hasselt binnen quam,
Compt te Hasselt, grooten man,
Sy gaven hem eenen booteram,
Compt te Hasselt, groote, groote,
Compt te Hasselt, groote man.
Sy saddtten hem daar op eenen block
Compt te Hasselt, grooten man,
Sy deden hem aen eenen gheelen rock,
Compt te Hasselt, groote, groote,
Compt te Hasselt, groote man.
Doen hy sou inde processie gaen
Compt te Hasselt, grooten man,
Daer heeft hy eenen steeck ontfaen,
Compt te Hasselt, groote, groote,
Compt te Hasselt, groote man.
Doen Wouter, myn oudste soen, dit vernam,
Compt te Hasselt, grooten man,
Hy was van hertten al zoe gram
Compt te Hasselt, groote, groote,
Compt te Hasselt, groote man.
De grooten man was soo seer ghewont
Compt te Hasselt, grooten man,
Hy es ghestorven ter selver stont,
Compt te Hasselt, groote, groote,
Compt te Hasselt, groote man.
Doenmen duysent Xe XLIXich screeff
Compt te Hasselt, grooten man,
Doen was dat Vaes Lantmeeters dit bedreeff,
Compt te Hasselt, groote, groote,
Compt te Hasselt, groote man.
Hier me soo laet ick dit liedeken varen,
Compt te Hasselt, grooten man,
Godt wil ons grootemans ziele bewaren,
Compt te Hasselt, groote, groote,
Compt te Hasselt, groote man.
Sint-Truiden Bevingen 30.03.1886 Sint-Truiden 6.05.1959
Zoon van dagloner Gerard en Marie Gertrude Celis. Neef van pastoor Eduard Hayen.
Broeders Sint-Truiden. Via paters Fulgence en Thomas Renson intrede augustijnen Gent 1903. Priester 1908. Legeraalmoezenier WO I, bij Belgische vluchtelingen in Amersfoort, en in Saffraanberg. Prior De Haan-aan-Zee 1919. Onderpastoor Sint-Stefanus Gent 1921. Definitor Augustijnenprovincie. Bevriend met pastoor Peeters en burgemeester Paul Cartuyvels in Bevingen. Huishoofd in enkele gehuurde sociale woningen.
Oprichter Sint-Augustinusparochie in de tuinwijk Nieuw Sint-Truiden 1928, bouwer noodkerk en kapelaan OLV-kerk. Bouwer lagere jongensschool en kleuterschool 1930 en lagere meisjessschool 1932. Provinciaal 1932-1946 met stichtingen in Bouge, Marchienne-au-Pont en Kontich. Prior en pastoor parochie Nieuw Sint-Truiden 1947 en kerkbouwer 1952-1955. Gouden priesterjubileum 1958 . Begraven in familiegraf in Bevingen.