Sint-Truiden 22.05.1846 – Sint-Truiden 15.11.1919 , x Jeanne Vinckenbosch.
Zoon van handelaar Pierre Guillaume en Marie Cathérine Hubertine Damen, Grote Markt.
Rijksmiddelbare school Sint-Truiden. Groot- en kleinhandel in koloniale waren 1842, samen met broer Richard. Gebouw met magazijnen, koffiebranderij en burelen 1893 Stationsplein. Winkelhuis ‘In Den Olifant ’, Grote Markt. Verblijf in Luik. Medeorganisator Wereldtentoonstelling Luik 1905 en Provinciale tentoonstelling Sint-Truiden 1907. Lid Hoge raad nijverheid en arbeid 1897, ondervoorzitter Handelskamer Limburg.
Oom van kunstschilder Georges, schoonvader van Lambert Keyenberg en … van Maria Nys, vrouw van Aldous Huxley.
Tabaksmerk ‘Sutlab ’ 1912, naamomkering. Schepen Dejonghstraat, latere notariaat Vreven en restaurant Stadt van Luyck.
In Melveren , een gehucht van Sint-Truiden, woonde een zekere X. Op zekere dag ging X met zijn vriendin naar de kermis in Kortenbos. Deze man had echter een pact gesloten met de duivel, wat betekende dat hij regelmatig enkele uren als weerwolf moest rondlopen. Omdat X op de kermis plots voelde dat dat moment was aangebroken, zei hij tegen zijn vriendin: "Als je een hond zou tegenkomen, gooi dan deze zakdoek naar zijn muil. Op die manier zal het beest je geen kwaad doen."
Omdat een weerwolf geen kruis kan oversteken, moet hij de draadjes van de zakdoek één voor één uitrafelen vooraleer hij verder kan.
Het meisje antwoordde: "Neen, blijf maar bij mij!", waarop haar vriend: "Neen, ik moet dringend even een boodschap doen."
Toen X weg was, kwam er een lelijke zwarte hond naar het meisje toe. Ze deed onmiddellijk wat haar vriend had gezegd, waarop de hond de zakdoek in stukken scheurde. Een kwartier later kwam X terug. Zijn vriendin vertelde hem dat ze doodsangsten had uitgestaan terwijl hij weg was. Wat verderop ging het tweetal iets drinken in een café. Het meisje bekeek haar vriend eens goed, en riep geschokt: "Jij smeerlap, je bent het zelf geweest, want de vezels van de zakdoek hangen nog tussen je tanden!"
X zei dat ze het zich maar inbeeldde, maar het meisje wilde hem toch nooit meer zien.
Opgetekend door F. Beckers in 1947.
Bron: volksverhalenbank.be