Drie Gezusters

Drie zusters uit verschillende eeuwen

Vooral in de tweede helft van de 19de eeuw werd de volksdevotie tot de zogenaamde Drie Gezusters populair. In de buurdorpen Brustem, Rijkel en Zepperen vereerden vooral Waalse bedevaarders de niet-inheemse heiligen Bertilia (uit Noord-Frankrijk 7de eeuw), Eutropia (Reims begin 5de eeuw) en Genoveva (Parijs einde 5de eeuw). Deze vrouwelijke heiligen waren geen verwanten, ze waren zelfs niet van dezelfde tijd. Geschreven bronnen over deze volkse cultus uit het Ancien Regime zijn uiterst zeldzaam, maar dat werd goedgemaakt door een vloed van kerkelijke brochures en bidprentjes rond 1900. In een kroniek van Brustem wordt op het einde van de 18de eeuw wel een grote volkstoeloop vermeld op Drievuldigheidszondag na Pinksteren ter ere van ‘Sintervijven’ of Genoveva. Die zondag is overigens nog steeds dé Driegezustersdag. Nog tot op vandaag ontvangen de drie parochies om beurt de andere op Pinkstermaandag. In Zepperen gaat er jaarlijks nog een Genovevaprocessie uit met daarin een groepje ‘Drie Gezusters’.

Als het hier gaat om een eeuwenlange traditie dan ligt de oorsprong in een moeder- of schikgodinnencultus bij een bron die gekerstend werd. Mogelijk speelden Merovingische Franse missie-bisschoppen zoals Remaclus hierin een rol omdat de plaatsvervangers-heiligen ook uit Frankrijk stammen? In de eerste helft van de 20ste eeuw verspreidde de bedevaart zich in Vlaanderen en Nederland via lokale Drie Gezusters-kapelletjes.

In de drie dorpen is er telkens nog een waterput nabij een gebedshuis aan te wijzen: Sint-Eucheriuskapel Brustem, Sint-Genovevakapel Wellensestraat Zepperen en oud kerkhof bij Sint-Jozefskerk Rijkel. De naam Drie Gezusters werd intussen vereeuwigd in verenigingen, cafés en parochiezaal.




Snoepje voor de jeugdige processie-deelnemers in de vorm van drie gezusters




De Drie Gezusters vertolkt in de jaarlijkse Genovevaprocessie in Zepperen






Hubert VAN DE WEERD, De eeredienst der drie gezusters, in : Verzamelde Opstellen, jg. 14, 1938, p. 291-321; Leven in Oud Zepperen. Va kjoozestein tot kurrezoug, Zepperen : Remacluskring, 1999; (Reinhilde PIETERS), in: Luc INDESTEEGE (red.), Limburg siert en viert. Volkscultuur in voortuintjes. Anno 2010, s.l.: Limburgs Volkskundig Genootschap, (2011), p. 18-19.


ONTDEKKING VAN DE DAG

Beiaardklanken en biggengeschreeuw

Aldous Huxley.

Hij durfde ooit te schrijven over ons, Truienaren: Sommigen maken laken, sommigen suiker. Enkelen hebben cultuur, de rest helemaal niet!
Als bewijs van het tegendeel hangt aan een gevel op de Grote Markt sinds 1968 zijn naam in bronzen letters: Aldous Huxley.

Een aardige Belgische.

Huxley was een telg uit een Brits geslacht van beroemde en bijzonder knappe koppen. Hij studeerde letterkunde in Eton en Oxford. Op een feestje met Kerst 1915 in Engeland viel hem de frèle Maria Nijs op, een Belgische oorlogsvluchtelinge met grote, groenblauwe ogen. Ik heb tenslotte ook een aardige Belgische ontdekt, de wonderen zijn de wereld nog niet uit, meende de slungelachtige, bijziende romanschrijver. Maria’s vader was een Kortrijkse textielbaron, maar moeder Marguerite Baltus stamde uit Sint-Truiden. De rijke koopmansfamilie Baltus woonde in het huis In de Roos op de Grote Markt. Van het een kwam het ander en na de Grote Oorlog trouwde Aldous met Maria. Rond die tijd verbleef de Brit bij oom Baltus in Sint-Truiden.

De inspiratie voor zijn novelle Uncle Spencer uit 1924 deed hij toen op. Het verzonnen Longres uit de novelle is Sint-Truiden, afgebeeld als zedig provinciestadje met een aardige burgerij. Ons interesseren natuurlijk de herkenningspunten : de onontkoombare beiaarddeuntjes, het stille begijnhof, het stadhuis in zachtgele pleister, de kermisattracties met de Dikke Madam die haar gezicht kon wassen met haar tiekes… De diervriendelijke Duitse bezetter beboette iedereen die nog varkens aan oren en staart over de zaterdagmarkt sleurde. Geen enkele verordening zat de boeren meer dwars dan deze.

Een citaat in de originele taal, waarin Huxley beschrijft hoe de Truienaren weerwraak namen op de arme biggen na het vertrek van de Duitsers eind november 1918: The first Saturday after the departure of the German troops was a bad morning fort he pigs. To carry a pig by the tail was an outward and visible symbol of revovered liberty; and the squeals of the porkers mingled with the cheers of the population and the trills and clashing harmonies of the bells awakened by the carilloneur from their four years’ silence. By ten o’clock the market was over. 

Het Minderbroedersplein heette 'varkensmarkt' in de volksmond


Globetrotter Huxley werd in 1932 wereldberoemd door zijn bittere toekomstroman Brave New World en in 1954 met The Doors of Perception, een verslag van zijn experimenten met de druk mescaline. Maria stierf in 1955 en Aldous in 1963 te Los Angeles, net op de dag waarop president Kennedy werd vermoord.



Huxley-vorser
Leraar Roger Collart (+1996) was wel de hardnekkigste Huxley-vorser in onze stad. Zijn vaak gevraagde vertaling van Uncle Spencer wacht nog altijd op een uitgever! Ook Louis Sterken, Guido Wulms, Frank Decat, Danny Gennez en Jean-Pierre Rondas schreven over Aldous in Sint-Truiden. Huxley houdt de aandacht levend: in Munster (D.) is een heus studiecentrum gehuisvest. De Antwerpse sensatiejournalist en latere crimi-auteur Stan Lauryssens bracht een boek uit over Maria Nijs en haar stormachtige liefdesleven.